Cheers!

31 juli 2019 - Porthcurno, Verenigd Koninkrijk

“And their always glad you came...” 

‘Cheers mate’ zegt de barman als hij twee koude vers getapte pints op de bar zet. Nog geen centimeter schuim en tot aan de rand vol. Na een dag wandelen smaakt een koude pint heerlijk en zo gaan we van pub tot pub steeds voort. Een pub’s roast betekent een goed bord kost met vlees, aardappels en minimaal drie verschillende groentes, helaas vaak overgoten met veel jus. En het moet gezegd, je voelt je er snel thuis en hebt direct een praatje. Toen we een keer zeiden dat de tafels vol waren zei de barman; “plenty of space, join someone, they won’t bite! At least most of them won’t”. En dus schoven we ergens aan en we hebben heerlijk gegeten en gezellig gezeten. De pub “the North Inn” stamt uit de twaalfde eeuw, eeuwenoude vuurplaatsen sieren aan weerszijde van het gebouw de grof stenen muren. Oude balken aan het plafond. Een stevige bruine bar en overal diverse soorten tafeltjes en stoeltjes. Aan de muur hangen oude foto’s van mijnwerkers en voetballers. Bekers van dart en petanque toernooien. De vloerbedekking is dik, blauw met bloemmotief en ligt er denk ik ook al honderd jaar. Aan de bar zit op de hoek de stamgasten (Norman en Cliff Claven) met zijn hond. De hond ligt daar, kijkt op nog om en iedereen stapt om of over hem heen. Cliff heeft overal commentaar op en probeert met iedereen die nieuw is een praatje aan te knopen. In de pub zitten mensen van diverse pluimage en kinderen lopen overal tussendoor. De gesprekken gaan van voetbal, Brexit, toerisme naar sociologie en filosofie. Het is leuk om de gesprekken redelijk tot goed te kunnen volgen en af en toe zelf een praatje te maken. Dit beeld is behoorlijk representatief voor alle pubs die we tot nog toe gezien hebben. Toch is het woord ‘cheers’ niet alleen verbonden aan aan zo’n gelegenheid. Het is de naam van een pub, proost, dank je wel, hallo, goed zo, tot ziens. De hele dag hoor je ‘cheers’. Vandaag ook weer. We hadden een vriendelijke dag. Het weer lekker, de regenjas weer in de rugzak. De afstand met twaalf kilometer niet zo lang. Het pad makkelijker begaanbaar. Alleen door de bossage links en rechts soms erg nauw. En omdat we vandaag in tegenstelling tot gisteren en eergisteren veel wandelaars tegen komen, stappen we regelmatig aan de kant om er weer een paar te laten passeren. Buitenlanders zeggen ‘thank you’, ik ook. Maar heel vaak is het ‘cheers’. We wandelen langs het Minack theater, een amfitheater dat lijkt uit de romeinse tijd te komen maar het is in de jaren “30 pas gebouwd door en voor de toen aanwezige kunstenaars en de technici van het Telegraph centrum dat bezig was de eerste binaire verbinding te maken. Het is tegen de rotswand opgebouwd, uitkijkend over zee. Nog steeds worden er uitvoeringen gegeven. Wij dalen af naar het strand van Portcurno om nog een uurtje te zonnen, pootje te baden of te zwemmen. Vervolgens naar ons nieuwe adres. Een oud herenhuis totaal verbouwd tot bed and breakfast. Een Teddybeer op onze kussen, bloemetjes dekbed en een mini badkamer. Zo eerst maar even een Pint halen bij de plaatselijke pub, Cheers!

Foto’s