Bar

16 september 2020 - San Quirico d'Orcia, Italië

Muziek: coffeehouse jazz https://youtu.be/BywDOO99Ia0 

Tegenover ons hotel in Buonconvento staat een bar. Dat is niet zo bijzonder want in ieder plaatsje met meer dan vijftig inwoners, staat, meestal naast de kerk, een bar. Als het ‘s morgens eindelijk licht wordt ontsnap ik de hete benauwde kamer en het zeer harde bed door even op het piepkleine balkonnetje te gaan staan om wat af te koelen. En daar verwonder ik mij over de vele auto”s en bedrijfsbusjes die stoppen op de parkeerplaats voor het hotel. Alle passagiers worden uitgelaten, men verdwijnt in de bar, komt er vaak met een zakje weer uit, men praat wat met deze en geen, netjes het masker voor. Na een minuut of tien wordt iedereen weer in het busje of auto geladen en men gaat er weer vandoor. Tot half acht blijft dit tafereel zich herhalen en dan stopt het, even plotseling als het begon. Op dat moment mogen wij in de kelder ons karige ontbijt nuttigen. Ik besef dat mensen uit Spanje, Frankrijk, Engeland enz dit wellicht niet eens zou zijn opgevallen. Een bar hoort bij hun sociale cultuur. Maar voor ons is dat vreemd. Een bar heeft altijd een wat negatieve klank, poel des verderfs, alsof er alleen alcohol wordt geschonken. Jammer, het heeft wel wat, zo’n sociaal ontmoetingspunt.

Ook wij starten even later bij de bar om wat broodjes en water in te slaan. De eerste twaalf kilometer geen voorzieningen. ( huiswerk gedaan:)

Vandaag een markeringspunt, ongeveer bij het beeld van de vermoeide pelgrim, twee voeten die omhoog steken. We zijn over de helft. Bij de plaatselijke supermarkt vieren we het met een watermeloen.  Het is ook een soort keerpunt. We zijn gewend aan het ritme, lopen makkelijker, we zijn geacclimatiseerd, lopen niet meer in het rood. “Wat lopen we lekker hè”, zegt Laus vanmorgen als hij mij lachend inhaalt. Maar de tweede helft van de vijfentwintig kilometer lopen we gaandeweg wel in het oranje. Het wordt zwaar en heet. We lopen samen op met een leuke vriendelijke  medepelgrim uit Bergamo. ‘The COVID City’ , hij vertelt over zijn vader IC verpleegkundige, die zelf ook besmet is geweest. Zijn moeder die als verloskundige de familie bij pasgeboren kinderen moest weghouden en van alles over zich heen kreeg. Over de dagen tijdens lock down dat je geen verkeer hoorde maar wel ieder half uur een ambulance. Hij zelf werkt met machines die bloed moeten scheiden en moet voor bereiden voor transfusie ook hij heeft een drukke tijd achter de rug. Het heeft impact gemaakt in Italië. Afgelopen maandag gingen de kinderen voor het eerst na  zeven maanden! weer naar school. In zijn gebroken Engels vertelt hij maar door totdat ook dat te vermoeiend wordt. Zijn rugtas is zwaar, en het is ruim over de dertig graden. Als drie zombies gaan we voort, elkaar af en toe moed insprekend. Nog een uurtje, nog een half uurtje, laatste klim. En dan kunnen we elkaars foto maken bij de poort en samen een biertje drinken bij de bar. 

Foto’s

2 Reacties

  1. Janneke Fruijtier:
    16 september 2020
    Dat is volgens mij katholiek gebruik.opa Zeeland vertelde ooit,na de mis met meneer pastoor het café in.stonden ook altijd tegenover of naast elkaar.plaatselijke ontmoetings plaats.slasp lekker en gezond weer op.
  2. Jan van Loosen:
    16 september 2020
    Dit verhaal zei me bar weinig 😁